“Onze kopgroep was niet zo groot meer. Ik denk dat we nog met zo’n 40 man naar de eindmeet reden en het tempo zwakte wat af. Dat was voor mij het teken om alles weer omhoog te krikken en te gaan versnellen”, verduidelijkte de in de rode leiderstrui gehulde Duitser Tony Martin na de slotetappe.
“Door mijn demarrage sloeg ik een kloof en kreeg ik twee renners mee in de aanval. Veel had ik niet aan hen want zij lieten mij het werk alleen opknappen. Even nam die Belkinrenner over maar dat was maar voor een heel korte beurt. Het waren dus nog serieus lastige laatste kilometers. Toen de groep weer dichter kwam, was het aan mij om ervoor te zorgen dat ik nog vooraan geplaatst zou blijven om zo geen tijd meer te verliezen.”
“Of ik ooit vreesde voor mijn leiderspositie? Wel eventjes tijdens de laatste beklimming. Toen bestookte men mij wel zeer stevig. Uiteindelijk kon ik ervoor zorgen dat alles nog in orde kwam en zo haal ik drie op drie. Ik rijd nu nog de Ronde van Zwitserland en het nationaal kampioenschap alvorens naar de Tour de France te trekken.”